-Prudentie-

“Experience is the teacher of all things”
-Julius Caesar-

Ik heb het altijd nodig gehad om eerst iets te ervaren, voordat ik ergens lering uit trok. Vaak resulteerde dat in een keer flink op m’n bek gaan, alvorens ik daadwerkelijk ergens wat van opstook.
Dat zat er van jongs af aan al in.
Ik hoor het mijn ouders nog zo roepen: “Pas op Chris, er zit stroom op dat draad.” Maar ik moest het toch zelf ervaren, door er met die kleine pianofratsers van me aan te zitten, met als resultaat dat ik tot op de dag van vandaag wel uit de buurt blijf van dubieus aangebrachte weiland omheining.

Toen ik jonger was dan dat ik nu ben en een minder gedistingeerde look had dan tegenwoordig, was ik bijzonder negatief en uitte dit meermaals naar de buitenwereld.
Wellicht vreemd om te zeggen, maar het voelde goed om de wereld om me heen af te zeiken. Om overal mijn negatief beladen visie over uit te strooien alsof het het wonderbaarlijke sterrenstof betrof en ze er maar blij mee moesten zijn, want ik was toch ‘eerlijk’?

Eerlijk was ik zeker, maar behulpzaam allerminst.
(Tenminste niet naar hen die het aanging. Later zou blijken dat ik mijzelf op dat moment wel degelijk behulpzaam was).

Hoe negatiever ik werd, hoe meer de wereld om mij heen kromp.
Mijn wereld was zwart/wit en nam afscheid van een ieder die niet in m’n straatje paste, want wie de fuck waren zij? Ik was in de veronderstelling dat ik niemand nodig had en het allemaal heel goed zelf kon redden en deze veronderstelling werd een zelf ontworpen werkelijkheid.

Uiteindelijk kwam ik op het punt dat mijn negatieve uitingen niet langer verzonden werden, maar juist door mijzelf ontvangen. Daar had ik niemand voor nodig en dat hoefde niemand voor mij te doen, want de koers van de zending veranderde met 180 graden en sloeg volledig naar binnen, waardoor ik ongenadeloos hard op m’n bek ging.
Ik voelde me doorweekt van het kutgevoel, alsof ik een duik in het diepe had genomen van de poel der erbarmelijkheid.
Ik voelde me zo slecht dat het tegen het depressieve aanzat.

En weet je wat?
Het was perfect.
Want het gaf me precies wat ik nodig had.
Namelijk een klap op m’n bek en een moment van besef.

Ik had in alle jaren ervoor een wereld om mij heen gecreëerd waarbij op iedereen wel wat aan te merken was.
Waarom?
Omdat ik probeerde te verhullen dat ik simpelweg niet tevreden met mijzelf was. Noem het gerust onzeker. En die onzekerheid projecteerde ik op mijn omgeving.

Het klinkt wellicht vreemd, maar het negatieve gedrag, leverde mij voor een lange tijd iets positiefs op.
Het zorgde er namelijk voor dat ik niet naar mijzelf hoefde te kijken en al helemaal niet met mijzelf aan de slag hoefde te gaan, want het lag toch allemaal aan een ander. De verantwoordelijkheid legde ik op die manier volledig buiten mijzelf en ik vond dat het daar wel goed lag. Ver buiten het bereik van mijn eigen inzicht.
En daar waar één-oog eerst koning was in het land der blinden, werd hij uiteindelijk teruggeworpen als nar aan het hof van zijn eigen onzekerheden.

Als ik mij niet langer meer kut wilde voelen, dan moest ik een concrete verandering doorvoeren in het patroon wat ik voor mijzelf door de jaren heen vervaardigd had.

And so I did..

Het was een lang traject, waarbij er voor mij een hoop duidelijk werd. Niet alleen waarom ik dit gedrag liet zien, maar ook wat het me zowel in positieve als negatieve zin had opgeleverd. En vooral dat laatste aspect maakte me een hoop duidelijk.
Uiteindelijke leerde het me me twee essentiële dingen:
1. Wie ik niet meer wilde zijn.
2. Wat ik niet meer wilde doen.

We kunnen meer dan dat we zelf vaak denken en zodra we erachter komen dat het iets is wat er in ons hoofd afspeelt, betekent het, dat we er van kunnen maken wat we zelf willen. We zijn immers baas over ons eigen brein.

Hoe doe ik dat heden ten dage?

Over iedere persoon die ik zie kan ik minimaal 10 negatieve punten benoemen. Een eitje en ik draai er m’n hand niet voor om.
Maar als je 10 negatieve punten kan noemen, lukt het je ook zeker wel om minimaal 3 positieve punten te noemen. Dus waarom zou je het accent dan niet leggen op het datgeen wat positief is?

Vanaf het moment dat ik mij focuste op dat laatste gebeuren er standaard drie dingen:

1. Ik geef iets positiefs weg.
2. Ik krijg er iets positiefs voor terug (want de ander voelt zich goed, waardoor ik mij ook goed voel).
3. Er ontstaat een prettige sfeer/energie.

Dus…

Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?